nicolaaskerk.jpg

Zondag 10 januari 2016 - DOPEN MET GEEST EN VUUR

Doop van de Heer - C
Lezingen: Jesaja 42:1-5.9-11 en Lucas 3:15-16.21-22
 
Weet u waarom er een haan op vele kerktorens staan Het antwoord ligt voor de hand: als er op de kerktorens geen hanen staan, komt er geen kip meer in de kerk! Is het u ook wel eens opgevallen dat wij mensen vaak met hanen en kippen worden vergeleken? Vaak gedragen we ons ook wel erg kippig. Zoals kippen, zijn we gauw tevreden met ons dagelijks kippenvoer! En als er wat te halen valt, zijn we er als de kippen bij! En als er niets te halen valt, is er geen kip meer te zien! Want allemaal proberen wij op deze wereld ons graantje mee te pikken.
 
Maar een mens leeft niet van kippenvoer alleen! Er zijn belangrijkere dingen in het leven. Belangrijker dan een mooi huis, een goede baan, wat kippenvoer uit de supermarkt, is het feit dat je nog iemand hebt die uit liefde zijn of haar arm om je heen slaat, je het gevoel geeft dat je de moeite waard bent. Maar soms hebben mensen helaas kip noch kraai. Dan lopen we rond als een kip die haar ei niet kwijt kan. Dan gaan we maar met de kippen op stok of lopen er bij als een kip zonder kop.
 
‘Boer, wat zeg je van m’n kippen, boer, wat zeg je van m'n haan?’ Een haan op een kerktoren. Zolang er torens zijn, staan er hanen op. De volkswijsheid leert ons dat de haan de pastoor aanmoedigt om heldhaftig tegen de stroom in te gaan, met de kop in de wind. (Hoewel ik zelf zie dat de haan vaak met alle winden meedraait). Nee, de eigenlijke betekenis van de haan op de kerktoren is, dat de haan het symbool is van de nieuwe dag. De haan is als eerste op en roept de mensen wakker. In dit geval om naar de kerk te komen. Vanwege zijn rode kam is de haan ook het symbool geworden van vuur en van de zon. Als de rode haan uittrekt, is de brandweer onderweg. De haan als het dier dat ons wakker houdt, dat ons gaande houdt. Als het dier dat ons in vuur en vlam zet.
 
Vandaag staat Jezus aan het begin van zijn openbaar leven. Ook Hij staat in vuur en vlam, en draait niet met alle winden mee. Hij is er op uit om de wil van de Vader koning te laten kraaien. Niet zijn haan kraait koning, want Jezus preekt niet over zichzelf, het gaat Hem om het Koninkrijk van de Vader en de daarmee gepaard gaande Gerechtigheid.
 
De geboorte van Jezus wordt gevolgd door drie Openbaringen. De eerst keer via de drie wijzen, de tweede maal bij de Doop van Jezus door Johannes de Doper in de Jordaan en we sluiten het feest van de Openbaring af op 2 februari, het feest van Maria Lichtmis. Dan is de kersttijd definitief voorbij. Bij de doop van Jezus wordt als het ware nog eens uitdrukkelijk gezegd: deze Jezus, die in Bethlehem werd geboren, is de Zoon van God. Zoals boven de kerststal de hemel openging, zo opent bij de doop van Jezus in de Jordaan de hemel zich opnieuw, als Hij door zijn neef Johannes de Doper gedoopt wordt in de Jordaan. Dan komt Johannes tot een getuigenis als hij zegt: ‘Ik doop u met water, maar er komt iemand die sterker is dan ik; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de heilige Geest en vuur’.
 
Jezus is vanuit Nazareth naar de Jordaan gekomen. Hij heeft afscheid genomen van zijn moeder, van de plaats waar Hij in stilte gegroeid was in wijsheid en genade. De woorden van de oude profeten had Hij met de moedermelk gedronken. Met zijn oren had Hij zich gebogen over de boeken van Wet en Profeten. Zijn eerste tocht leidt Hem naar de boeteprediker, Sint Jan de Doper. Bij de Jordaan sloot Hij zich aan in de rij van mensen om zich te laten dopen. Jezus is een Israëliet, een kind uit de Joodse traditie. Zo worden wij vandaag aan onze eigen doop herinnerd. En via de profeet Jesaja krijgen wij vandaag de boodschap aangereikt: ‘Baan de Heer een weg in de steppe, effen voor onze God een heerbaan in de woestijn, Elk dal moet gevuld worden en elke berg en elke heuvel geslecht worden, alle oneffenheden moeten vlak, de rotsmassa’s een vallei worden.’(Jesaja 40:3-4). 
 
Gaan in het voetspoor van de Mensenzoon, gaan in het spoor van de profeet Jezus. Dat wil zeggen: niet roepen, noch schreeuwen, niet op straat je stem verheffen, het geknakte niet breken en de kwijnende vlaspit niet doven.' (Jesaja 42). Niet leven vanuit ons hanig gedrag, maar leven vanuit de zachte krachten van ons bestaan. Laten we daar het komend jaar als de kippen bij zijn!
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam