p5254407_mail.jpg

Zondag 14 februari 2016 - NIET VAN BROOD ALLEEN

1e zondag 40-dagentijd – C
Lezingen: Deuteronomium 26:4-10 en Lucas 4:1-13
 
Wij vergeten vaak dat het evangelie geschreven is zo'n veertig, vijftig jaar na de dood van Jezus. Zelf heeft Hij geen letter op papier gezet! Dat hebben de eerste christenen, zijn volgelingen, gedaan, omdat zij werden geconfronteerd met grote vragen. Het was in die tijd een geweldig risico om je te laten dopen. Velen werden gefolterd vanwege hun keuze en met geweld om het leven gebracht.
 
De Romeinse geschiedschrijver Tacitus, die niet verdacht kan worden van sympathie voor christenen, spreekt met afschuw over wat keizer Nero vanaf het jaar 64 deed met mensen, die volgeling van Jezus van Nazareth waren geworden. Hoe hij ze dierenvellen liet aantrekken om ze vervolgens door wilde honden te laten verscheuren. Hoe hij mensen met massa's aan het kruis liet slaan. Hoe hij ze met teer liet bestrijken om ze dan in brand te steken om 's avonds zijn park te verlichten. Maar net zo min als nu, waren alle volgelingen van Jezus helden. Bij velen kwam de vraag naar boven: waarom hebben wij gekozen voor een weg die ons naar het kruis voert? Trouwens, waarom koos Jezus zelf voor een levensweg die Hem naar Golgotha zou brengen? Is het kruis voor Hem en voor de wereld geen dwaasheid? De evangelisten vertellen dan het verhaal over Jezus die tot driemaal toe werd bekoord in de woestijn. Door de duivel zelf nog wel!
 
De duivel, bestaat die dan nog? We moeten hem niet weglachen! Ook in onze tijd speelt hij nog steeds een hoofdrol! Wij hoeven maar om ons heen te kijken en we zien de duivelse krachten in de wereld, soms ook in ons eigen leven, aan het werk. Haat, oorlog, terroristische aanslagen, miljoenen vluchtelingen, discriminatie, geweld en liefdeloosheid maken deel uit van ons leven. Wij worden er mee geconfronteerd, of wel willen of niet. Elke dag rollen beelden onze kamers binnen. Beelden van mensen in tomeloos verdriet. En niet alleen in die grote wereld, ook in die kleine wereld waarin wij leven zijn liefde en haat vaak elkaars buren.
 
Het zijn deze duivelse krachten, waarmee Jezus zijn gevecht in de woestijn aangaat. Hij komt de duivel tegen in de woestijn van zijn leven. Meerdere malen heeft Hij moeten vluchten voor de duivelse krachten. Als kind met zijn ouders, als vluchtelingen op weg naar Egypte: Tweehonderd kinderen vinden de dood in Bethlehem door de moordende hand van Koning Herodes. In zijn eigen moederstad Nazareth brengt men Hem naar de rand van de afgrond. Maar Jezus is geen vluchteling gebleven. Aan het einde van zijn leven zoekt Hij - hoewel Hij weet wat Hem daar te wachten staat - de hoofdstad Jeruzalem - de navel van de aarde - op.
 
Jezus is de pijnlijke keuze niet uit de weg gegaan. Dat moet de eerste christenen tot steun zijn geweest. Jezus heeft zijn keuze gemaakt tussen de brede weg van menselijk succes en de smalle weg van God. Op Palmzondag wordt Hij als Koning Jeruzalem binnengehaald, enkele dagen later sterft Hij aan 't kruis. Dat kan blijkbaar binnen enkele dagen: bejubeld, tot koning gekroond en enkele dagen daarna van de aardbodem weggevaagd, bespot en aan het kruis geslagen. Maar Jezus' antwoord is radicaal: ‘Mijn Koningschap is niet van deze wereld, want een mens leeft niet van brood alleen!’ Dat heeft hij geweten! Niet een koninklijk paleis, maar Golgotha wordt zijn eindbestemming!
 
De antwoorden van Jezus op de vragen van de grote verleider, lossen de problemen op aarde niet op, maar geven wel een richting. Elke tijd en elke generatie wordt bekoord om de liefde tot mensen in te wisselen voor ordinaire machten van bezit, macht, rijkdom en geweld. Mensen worden genadeloos gereduceerd tot wezens waar je veel aan kunt ver¬dienen, de mens als politieke en economische factor. Ook vandaag horen we: het is beter dat één mens verloren gaat, dan dat een heel volk te gronde gaat.
 
Jezus wijst ons een weg en citeert uit een van de boeken van Mozes (Deuteronomium 8:3): ‘Er staat geschreven, een mens leeft niet van brood alleen’. Brood heeft hier vele namen. Het staat voor alle mogelijkheden waarmee wij ons leven zin en inhoud kan geven: voedsel, macht, geld, gezondheid, succes. Jezus zegt: hoe goed die dingen allemaal ook kunnen zijn, ze mogen je leven niet uitmaken. Alleen God kan je honger voor altijd stillen. ‘Alle rijkdommen van de wereld liggen aan je voeten, als je mij volgt’, horen we de duivel zeggen. Wij gaan maar al te graag op die uitnodiging in. Handelsbelangen worden praktisch alleen naar onszelf toe vertaald. Grote investeringen in de Derde Wereld en in het Oostblok, maar alleen via spijkerharde contracten en granieten overeenkomsten.
 
Hoe zit het met onze voedseloverschotten? Graan wordt alleen verstrekt als de prijs wordt betaald die wij er voor vragen! In de handen van politici kunnen er economische en politieke concessies mee worden afgedwongen. In de handen van generaals kan graan handiger zijn en ingrijpender dan de alles verwoestende bom. ‘Een mens leeft niet van brood alleen’. Iedereen mogen wij van voedsel voorzien. Het verhaal van Lucas eindigt anders dan bij zijn collega-evangelisten. De duivel voert Hem naar Jeruzalem - waar Hij zou sterven op de ‘vastgestelde dag’ - en plaatste Hem op de bovenbouw van een tempelpoort en zei: ‘Jij bent Gods Zoon, God kan jou niets weigeren. Je hebt recht op Gods hulp. Gebruik dat recht voor jezelf: spring eraf en laat de engelen je opvangen’. Maar om een wonder vragen voor jezelf is toch niet te veel!
 
Maar om helemaal te begrijpen wat de duivel bedoelt, moeten we naar het kruis. Daar zegt de duivel: ‘Als je de Zoon van God bent, kom dan van het kruis af’. Wie zou Jezus dat kwalijk hebben genomen, als Hij van dat recht gebruik gemaakt had? Wie meer dan Hij had recht op Gods hulp? God had Hem voor het kruis kunnen behoeden. Maar Jezus weet: ‘Niet mijn wil geschiede, maar de Uwe’. Hij wil solidair blijven met al die mensen die tot de dag van vandaag gekruisigd worden, uitgespuwd, bespot, verraden, in de hoek gezet. Het evangelie is overduidelijk: als Jezus kiest, ligt zijn keuze aan de onderkant, bij mensen die aan dit leven zwaar tekort komen.
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam