labyrinth.jpg

Zondag 15 mei 2016 - PINKSTEREN - SPRAAKVERWARRING

Hoogfeest van Pinksteren
Lezingen: Handelingen 2:1-11 en Johannes 20: 19-23
 
Dat de kerk wél vergeleken wordt met een schip, maar nooit met een trein, kan nauwelijks toeval zijn. Gebaande wegen, automatische wissels en slagbomen langs het traject, waar het overige verkeer van de route geweerd kan worden, zijn de kerk niet gegeven (al zijn er mensen die dat betreuren!). Voor diegenen die van probleemloos reizen houden is het wellicht een zware dobber, maar varen veronderstelt niet alleen kennis van het schip en de stuurrichting. Stuurmanskunst betekent ook: stromingen benutten, klippen omzeilen en.... Koers houden.
 
In de tweeduizend jaar die achter ons liggen heeft het schip van de kerk veel averij opgelopen. Sinds Jezus het roer in handen van de mensen heeft gegeven zijn de botsingen en aanvaringen niet van de lucht geweest. Het is eigenlijk verwonderlijk dat wij steeds weer op de brokstukken verzamelen om opnieuw onze koers te bepalen. Er zit veel waars in het oude spreekwoord: ‘God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden thuiskomst’. Waar mensen eerlijk en oprecht blijven, blijkt juist de balans, de juiste koers, toch steeds weer gevonden te worden. Het evangelie is de bron van alle eenheid, maar in de praktijk ook de bron van veel verdeeldheid geworden. Meer dan ook raken we ervan overtuigd dat we alle zeilen bij moeten zetten om in deze stormachtige tijden ons roer recht te kunnen houden. Alleen zo kunnen wij het evangelie ook doorgeven aan de generaties die na komen, zoals onze (voor)ouders dat hebben gedaan.
 
Achter gesloten deuren zijn Jezus' leerlingen samengekomen. Na Zijn dood zijn ze onzeker geworden. Angstig sluiten zij zich op in zichzelf en voelen zich in de steek gelaten. Alle deuren van hoop en uitzicht lijken voorgoed afgegrendeld, op slot. Het kan het beeld zijn van ieder van ons. Hoe vaak hebben wij niet het gevoel achter gesloten deuren te zitten? Wanhopig over onze toekomst, wanhopig over de toekomst van onze relaties. Uitzichtloosheid in tijden van werkloosheid, een slecht bericht van de dokter. Je toekomst op slot, je ziet geen streep licht meer. Donkere wolken lijken zich voorgoed te sluiten. Je voelt je koud, alleen, door God en iedereen verlaten.
 
Waar onze toekomst gesloten lijkt, gedragen wij ons vaak als een egel. We kruipen in elkaar en verdedigen ons met onze stekels. We worden agressief, zodat we soms een hel worden voor elkaar. Dit gebeurt in huwelijken, in de grote en kleine politiek en jammer genoeg ook in onze parochies. We stelen dan alles bij ander ter discussie, geven geen enkel vertrouwen meer. Als er dan toch geen toekomst is, dan maar de toekomst van iedereen verknoeien.
 
Hoe gaan de mensen verder? De Franse filosoof Jean-Paul Sartre heeft geen andere oplossing dan van het leven te walgen. Hij kan er niet onderuit. En in zijn voetspoor gaan veel mensen heden ten dage die weg. Mensen die zich overgeven aan alcohol, drugs, seksuele ontremmingen. Sommigen zoeken een uitweg uit de walging van het leven door zélf een keuze voor het levenseinde te maken. Mensen vinden geen mogelijkheid meer om de gesloten deuren te openen, of de donkere wolken weg te schuiven. Zo worden mensen een hel voor zichzelf en een hel voor anderen.
 
De evangelist Johannes wijst ons vanmorgen een andere weg. Ondanks al die deuren die potdicht zijn, staat Jezus plotseling weer in hun midden. Er gaat hen een licht op, ze komen in vuur en vlam, beginnen opnieuw, ramen en deuren gaan wijd open. Het licht mag weer naar binnen komen. En zij trekken naar de hoeken van de straten om te getuigen van Jezus' blijde boodschap. De Geest van God bouwt op en maakt levend, maakt een eind aan Babel, de babbelstad, waar de mensen maar door elkaar ratelen, elkaars taal niet eens meer spreken en verstaan.  De heilige Geest is als de wind: je kunt Hem niet zien, je weet niet waar Hij vandaan komt, maar je hoort wel zijn gesuis in de wind. Je kunt zijn aanwezigheid bemerken door naar de vruchten te kijken.
 
Dat geldt ook voor onze eigen geloofsgemeenschappen. Een Afrikaans spreekwoord zegt: ‘een lege zak kan nooit rechtop staan.’ Onze parochies moeten vervuld zijn van de Geest van Jezus. Dat betekent dat we niet over elkaar zeuren, maar van Gods geest getuigen, die in ieder van ons werkzaam is. En die Geest van God is zichtbaar overal waar mensen zich inzetten voor gerechtigheid en vrede, waar mensen bereid zijn om broederlijk te delen met de kansarmen van de maatschappij.  Grote woorden? Ze vinden hun weg in het leven van kleine mensen. Wil ooit de eeuwenoude aarde haar aanschijn vernieuwen, dan vraagt dat om een vernieuwing van onszelf. Waar wij, als christenen, niet als een storm door de wereld trekken, komen anderen in de kou te staan.
 
Pinkstermensen zijn wij. We houden de vaart erin, leggen geen ankers uit, gaan stormen niet uit de weg, zetten alle zeilen bij, proberen klippen te omzeilen en gebruik te maken van de stromingen. En zoals de scheepslui een intuïtie hebben waar hun schip heen moet, zelfs als zij het kompas kwijt zijn, zo blijkt ook het geloof aan de mensen een betrouwbaar richtingsgevoel te geven. Steeds weer gaan mensen ongebaande wegen, zoals de priester-dichter Huub Oosterhuis zegt: ‘met iets in hun hoofd dat stroomt en licht geeft’. Ik wens u een behouden vaart en een goede stuurmanskunst. God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel behoud thuiskomst. Zalig Pinksteren!
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam